Alle kinderen tellen mee
Refrein
Alle kinderen tellen mee, een en zeven is vier keer twee
Alle mensen samen, kleinen en voornamen, iedereen telt mee
Hoeveel meter ben je groot, één en nog een beetje
Da’s genoeg dat weet je omdat God besloot
Refrein
Tel de haren op je hoofd duizend of miljoenen
’t is toch om te zoenen want God heeft beloofd
Refrein
Tel de centen die je hebt drie of vijf of negen
Heus je kan er tegen want God heeft gezegd
Refrein
Tel de vogels in je hand één en nou niet liegen
Laat de rest maar vliegen God schrijft in het zand
Refrein
Alle kleuren
Refrein
Van Afrika tot in Amerika
Van op de Himalaya tot in de woestijn
Van Afrika tot in Amerika
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn
Reik je hand naar me uit, leg ze in de mijne
En laat ons dromen van betere tijden
Is je huis donkerder of bleker dan de mijne
Laat ons proberen elkaar niet te vermijden!
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan
Waarom doen mensen elkaar toch zo’n pijn
Zou het niet beter zijn als wij voortaan
Verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn
Refrein
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
De planeet, waar je woont
Als ze soms te grauw is
Laat ons beloven samen te gaan leven
Waar het niks uitmaakt of men purper,
groen of blauw is
Want voor ons kinderen is het om het even
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan
Waarom doen mensen elkaar toch zo’n pijn
Zou het niet beter zijn als wij voortaan
Verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn
Refrein
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Als wij nu hand in hand samen gaan staan
Kinderen onder de zon, één voor één
Dan is de hemel op aarde voortaan
van iedereen, van iedereen
Refrein(2x)
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Alle kleuren van de regenboog!
Allemaal mensen
Mensen zijn soms heel verschillend, hebben niet dezelfde huid
Hebben niet dezelfde woorden, zien er vaak heel anders uit
Maar wij willen jou ontmoeten, ook al ben je onbekend
En wij willen jou begroeten, en begrijpen wie je bent
Want we lijken dan wel anders, jong of oud en wit of zwart
Maar in wezen zijn we mensen met eenzelfde kloppend hart
Ook ons leven is verschillend. Ik woon hier en jij woont daar
Wat voor jullie heel gewoon is, is voor ons misschien wel raar
Maar wij willen jou ontmoeten, ook al ben je onbekend
En wij willen jou begroeten, en begrijpen wie je bent
Want we leven op een aarde en de hemel is ons dak
Samen mogen we daar schuilen als we kwetsbaar zijn en zwak
Onze wegen zijn verschillend. Ieder mens heeft zijn verhaal
Ieder heeft zijn eigen dromen dat geldt voor ons allemaal
Maar wij willen jou ontmoeten, ook al ben je onbekend
En wij willen jou begroeten, en begrijpen wie je bent
Want wij leven van Gods zegen en die vind je bij elkaar
Mensen hebben dromen nodig. Dan pas worden dromen waar.
Alle mensen samen
Het graan dat van de velden komt
Geeft voedsel aan zovelen
De korrels vormen samen brood
Om met elkaar te delen
Refrein
Alle mensen samen, niemand meer alleen
Rond de ene tafel, alle mensen één
Het brood dat mensen samen brengt
Heeft Jezus ons gegeven
Hij brak het en Hij zei tot ons
Wie hier van eet zal leven
Refrein
De schaal met brood de beker wijn
Doen ons aan Jezus denken
Hij wil, wanneer wij samen zijn
Zijn liefde aan ons schenken
Refrein
Alles wat je wilt
Wat moet ik voor anderen doen
Alles wat je wilt, alles wat je wilt
Wat moet ik voor anderen doen
Alles wat je wilt dat zij jou doen
Alles wat je wilt, alles wat je wilt
Alles dat je wilt dat zij jou doen
Alles wat je wilt, alles wat je wilt
Doe dat ook voor hen
Als een lopend vuurtje
Refrein
Dat God ons niet alleen laat, dat Hij ons Jezus zond
En dat Zijn geest ons bijblijft, dat gaat van mond tot mond
Gaat als een lopend vuurtje de wijde wereld rond
’t is Pinksteren vertel het! Vooruit verhef je stem
Het wordt vanzelf een liedje, een liedje dankzij hem
Refrein
Al hoor je heel vaak zeggen: zoiets geloofd geen mens
Die boodschap kan niet waar zijn het is een vrome wens
Refrein
Kom zing het maar, dat liedje, het is een goed idee
Dan merk je: heel veel mensen, die zingen met je mee
Refrein
Als een vriend
Hij kent ons de Heer onze God
En geen mens kent ons beter dan Hij
Ja, Hij kent ons de Heer onze God
En hij is ons ook altijd nabij, als een vriend
Hij dreigt niet, Hij maakt ons niet bang
Zijn aanwezigheid is een groot goed
Nee, Hij dreigt niet, Hij maakt ons niet bang
Want Hij komt ons altijd tegemoet, als een vriend
En nooit laat hij ons in de steek
Hij is meer dan een mens ooit kan zijn
Onze God laat ons nooit in de steek
Hij deelt al onze vreugde en pijn, als een vriend
Kijk rond en je vind iets van Hem
Kom hem tegen Hij is overal
Ja kijk rond en je vind iets van Hem
En je vind Hem in ieder geval, als een vriend
Als je aan tafel gaat
Refrein
Als je aan tafel gaat, laat dan een plaatsje open
Want je weet niet of onverwacht
Iemand komt binnen lopen
Die vraagt: “Heb jij wat brood voor mij?”
Weet je, er zijn zoveel mensen die als ze slapen gaan
Weten dat als zij ontwaken niets op hun tafel zal staan
Refrein
Weet je, wanneer mensen delen, komt niemand iets tekort
’t Lijkt of er brood bij blijft komen als het gebroken wordt
Refrein
Weet je, ik zie het al voor me: buiten in deze straat
Wacht ons een heel lange tafel die om de hoek verder gaat
Refrein
Als je geen liefde hebt voor elkaar
Als je geen liefde hebt voor elkaar
Vallen de dromen in duigen
Dromen van vrede worden niet waar
Kwaad is niet om te buigen
Refrein
Als je geen liefde hebt voor elkaar
Leef je buiten Gods gloria (2x)
Als je geen antwoord geeft op verdriet
Zullen de tranen niet drogen
Als je het leed in de wereld niet ziet
Worden Gods woorden verbogen
Refrein
Als je geen oog hebt voor het gemis
Als je geen brood weet te delen
Denk dan aan Jezus die brood en die vis
Uit liefde deelde met velen
Refrein
Als je geen liefde hebt voor elkaar
Is er geen hoop meer op zegen
Kinderen, maak de liefde toch waar;
Schrijf het op alle wegen:
Refrein
Als je geen naam had gekregen
Als je geen naam had gekregen,
Wat zou er dan gebeuren
De postbode liep door de regen,
En klopte op de deuren
“Ik heb hier een kaart
Voor een meisje met een paardenstaart
Een brief voor een jongen van zes
Ben ik aan het juiste, ben ik aan het juiste adres?”
Als je geen naam had gekregen
Zou dat problemen geven
Hoe andere mensen je zagen
Stond op je schrift geschreven:
“lang en donker haar”
“ik ben altijd als de eerste klaar”
“de kleinste van heel onze klas”
Maar werd je wat groter
Wist niemand meer wie je nog was
Als je geen naam had gekregen
Zou God nooit kunnen weten
Wie al die gezichten toch waren
Hij zou ons vast vergeten
God weet wie je bent
Er kan niemand zijn die Hij niet kent
Want waar je ook leeft, in welk land
Jouw naam staat geschreven
Met liefde en zorg in Zijn hand
Ballade van het volk
Een vader had een mooie droom
Van toekomst voor mijn kinderen
Geen baas, geen boek, geen zilvervloot
Kon hem het dromen verhinderen
De aarde zou een hemel zijn
De mensen zouden mensen zijn
En brood zou er voldoende zijn
Dat lied bleef in hem klinken
Er was een volk dat wegtrok uit
Het bar en boos verleden
Het zocht het land van morgen
En een woord van recht en vrede
De aarde zou een hemel zijn
De mensen zouden mensen zijn
En brood zou er voldoende zijn
Dat lied ging in hen klinken
Dat volk verzwakt en opgejaagd
Hield vast aan wat gezegd was
Dat vaders droom de toekomst had
Dat liefdes wil een wet was
De aarde zou een hemel zijn
De mensen zouden mensen zijn
En brood zou er voldoende zijn
Dat lied moest blijven klinken
Er was een zoon die luisterde
Die omkeek naar wie achter stond
Die bad en vocht en openging
En broers en zussen naast zich vond
De aarde zou een hemel zijn
De mensen zouden mensen zijn
En brood zou er voldoende zijn
Dat lied kwam weer tot klinken
Die vader heb je nooit gezien
Maar wel zijn volk, zijn kinderen
Zolang wij weten van elkaar
Zal vaders hoop niet minderen
De aarde zal een hemel zijn
De mensen zullen mensen zijn
En brood zou er voldoende zijn
Dat lied blijft in ons klinken
Bij de adventskrans
Het is weer zover, het is weer advent
Kijk hoe het eerste kaarsje brandt
Een vuurtje dat loopt, dat maakt ons bekend
Licht zal er komen, licht in het land
Refrein
Wat een geluk en zing het maar luid
Lichtje ga nimmer, ga nimmer meer uit
Het is weer zover, het is weer advent
Wacht’s de tweede kaars gaat aan
Een lied over licht, een lied dat je kent
Laat het maar horen, hef het maar aan
Refrein
Het is weer zover, het is weer advent
Zie ik dat goed, doet drie het ook
Ja drie doet het ook, je raakt al gewend
Licht van een licht, verga niet in rook
Refrein
Het is weer zover, het is weer advent
Vier wordt een vuur, dag kaarsje vier
En hoe je ook heet, en wie je ook bent
Blijf waar je bent, want Jezus komt hier
Refrein
Bouwen aan een wereld
Bouwen aan een wereld van rechtvaardigheid
Werken aan een wereld,
Waar niets de mensen onderscheidt
Refrein
Uw hand in mijn hand: allen zult Gij leiden
Uw woord in mijn woord: allen zult Gij troosten
Uw liefde in mijn hand: alles wordt nieuw
Bouwen aan een leven dat verwachting is
Danken om het leven
Dat ons in hand gegeven is
Refrein
Bouwen aan de dromen die in ons bestaan
Verder durven dromen
Dan enkel maar wat zal vergaan
Refrein
Bouwen aan de vrede die ons werd gemeld
Vechten voor de vrede
En niet meer buigen voor geweld
Refrein
Bouwen aan de liefde die het wint van haat
Geloven in de liefde
Een zon die nimmer ondergaat
Refrein
Daar is de fanfare
Refrein
Daar is de fanfare God gaat voorop overal fanfare
Trommels en trompetten mensen staat op
Laat je binnen halen
Wolken verdwijnen zon in de lucht
Mensen die ontwaken
Open gordijnen vonken geluk
Mensen die ontwaken
Refrein
Vogels die fluiten zon om ons heen
Mensen die ontwaken
Licht door de ruiten mensen bijeen
Mensen die ontwaken
Refrein
Licht in de bomen zon overal
Mensen die ontwaken
Laat het maar komen God overal
Mensen die ontwaken
Refrein
Daarom ben je gedoopt
Refrein
Kom maar in de kring van Jezus
Kom maar in de kring
Samen gaan we op de weg die Jezus ging
God vindt dat de goede weg
Die moeten we maar gaan
Dat zei hij toen Jezus werd
Gedoopt in de Jordaan
Refrein
Die weg is de ware weg
De weg voor iedereen
Kom dus maar van overal
Kom allemaal hierheen
Refrein
Die weg die het leven is
Want er is altijd hoop
Die weg ben je opgegaan
Daarom ben je gedoopt
Refrein
Dank U voor deze nieuwe morgen
Dank U voor deze nieuwe morgen
Dank U voor elke nieuwe dag
Dank U dat ik met al mijn zorgen
Bij U komen mag
Dank U voor alle goede vrienden
Dank U, o God voor al wat leeft
Dank U voor wat ik niet verdiende
Dat Gij mij vergeeft
Dank U voor alle bloemengeuren
Dank U voor ieder klein geluk
Dank U voor alle held’re kleuren
Dank U voor muziek
Dank U voor vele moeilijkheden
Dank U voor zoveel pijn en strijd
Dank U dat Gij in alle lijden
Toch steeds bij ons zijt
Dank U dat Gij hebt willen spreken
Dank U, Gij hoort een ieders taal
Dank U dat Gij het brood wilt breken
Met ons allemaal
Dank U, uw liefde kent geen grenzen
Dank U, dat ik nu weet daarvan
Dank U, o God ik wil U danken
Dat ik danken kan
Dat je handen…
Refrein
Dat je handen vol van vrede delen
al wat aan jou ooit werd gegeven,
Dan zul je leven, dan zul je leven (2x)
Dat je voeten nieuwe wegen vinden
Waar de dood voorgoed is verdreven
Dat je ogen in de richting kijken
Waar het licht het laatst is gebleven
Refrein
Dat je oren de geheimen horen
Die ergens in je hart staan geschreven
Dat je mensen, vrienden zult ontmoeten
Die je met hun zorg omgeven
Refrein
Dat nog duizend dagen komen
Laat niet toe wie rampen brengen
recht je rug bij tegenwind
laat de doden zelf maar graven
Wees zo sterk als een kind
refrein
Dat nog duizend dagen komen
Dat zij komen blijven komen
Dat nog duizend en één morgen komt
Wees als sterren aan de hemel
Lichtend voorbeeld, zonneschijn
Blijf niet dralen als zovelen
Nieuwe mensen kun je zijn
Refrein
Breek uit vastgelopen paden,
geef de hoop een nieuw gezicht
Wees al gaande zelf een rustpunt
En je leven wordt heel licht.
Refrein
En de oude tijd vergaat
Een nieuwe dag begint.
Het menselijk gelaat
spreekt recht en overwint
De Here zegent jou
De Here zegent jou en Hij beschermt jou
Hij schijnt zijn licht over jouw leven
Hij zal genadig zijn en heel dicht bij je zijn
Hij zal zijn vrede aan je geven (2x)
De Here zegent u en Hij beschermt u
Hij schijnt zijn licht over uw leven
Hij zal genadig zijn en heel dicht bij u zijn
Hij zal zijn vrede aan u geven (2x)
De krans van het jaar
De wereld wordt een jaartje ouder
Je ziet het om je heen
Het weer wordt alsmaar kouder
Waar moet nu toch heen
De dagen worden korter
Het donker duurt zo lang
Kan er geen lichtje komen
Of blijft dit levenslang?
De bomen laten blaadjes vallen:
De eik, de beuk, de berk
Ze doen het met z’n allen
’t lijkt afgesproken werk
Er is een hoopvol teken:
De den die doet niet mee
Hij houdt zijn groene takken
En geurt nog heel tevree
Die groene boom geeft ons te denken
Hij blijft in goede doen
De hoop zal hij ons schenken
Als krans van levend groen
De dagen worden langer
Als ’t licht maar groter wordt
En mensen gaan verlangen
Om kind te zijn van God
De school van Jezus
Refrein
De school van Jezus waar is die voor?
Daar leer je verder kijken daar leer je door
Daar leer je and’re dingen dan normaal
Daar leer je meer dan rekenen en taal
Als je daar rekent dan werk je niet met cijfers
Je werkt met mensen die zijn belangrijk daar
Dus wat er telt is met mensen rek’ning houden
Je rekent anders je rekent op elkaar
Refrein
Als je daar taal doet dan werk je niet met letters
’t zijn niet de woorden waar ’t allemaal omgaat
’t is wat je waarmaakt van al die mooie woorden
Als je daar taal doet dan is je woord een daad
Refrein
Die school is anders je ziet er heel veel kind’ren
Maar ook veel opa’s en zelfs een generaal
Kijk hem zijn best doen hij wil niet blijven zitten
Hij wil graag verder net als wij allemaal
Refrein
De tuin van God
Ken je de tuin van God? Ken je de tuin van vrede?
God heeft de mensen de aarde gegeven
Om er te wreken en om er te leven
Daar in die tuin van God, daar in de hof van Eden
Ken je de tuin van God? Ken je de tuin van vrede?
Kijk naar de bergen, de weiden, de bomen
Beekjes, rivieren die glinsterend stromen
Daar in die tuin van God, daar in de hof van Eden
Ken je de tuin van God? Ken je de tuin van vrede?
Kijk naar de bloemen, de vruchten, het koren,
Dieren die allen hun stem laten horen
Daar in die tuin van God, daar in de hof van Eden
Ken je de tuin van God? Ken je de tuin van vrede?
Daar eens te leven, daar zal ik van dromen
En vroeg of laat zullen wij er ook komen
Daar in die tuin van God, daar in de hof van Eden
De vier kleinste wijzen
Wijsheid, da’s voor grote mensen misschien
Wie heeft er ooit wijze kinderen gezien?
Niks hoor, niks hoor! Dat heb je mis!
Zal ‘k eens vertellen wat wijs zijn is?
Kijk naar die mier daar, niet groot en niet sterk
Maar in de oogsttijd is hij aan het werk,
Zorgt, dat hij ook in de winter wat heeft:
Koren, zodat hij de kou overleeft
Wijsheid daar hoef je niet groot voor te zijn
Want deze dieren zijn alle vier klein!
Wijsheid heeft dat soms te maken met macht?
Heel sterke mensen met reuze veel kracht?
Niks hoor, niks hoor! Dat heb je mis!
Zal ‘k eens vertellen wat wijs zijn is?
Kijk naar de klipdas, een heel grappig beest,
Maar och, zo machtig is hij nooit geweest
Diep in de rotsen daar heeft hij zijn hol;
Rotsen zijn machtig! zo houdt hij het vol
Wijsheid daar hoef je niet groot voor te zijn
Want deze dieren zijn alle vier klein!
Wijs zijn? Ik weet het een koning is wijs!
Die heeft een leger, woont in een paleis
Niks hoor, niks hoor! Dat heb je mis!
Zal ‘k eens vertellen wat wijs zijn is?
Neem nou een sprinkhaan, geen koning voorwaar
Maar ze beslissen gewoon met elkaar
Kijk hoe ze trekken, geen voert het bevel,
Maar waar ze heen gaan, dat weten ze wel
Wijsheid daar hoef je niet groot voor te zijn
Want deze dieren zijn alle vier klein!
Wijsheid, dat heb je toch vlak bij de hand?
Dat zijn je hersens, gewoon je verstand
Niks hoor, niks hoor! Dat heb je mis!
Zal ‘k eens vertellen wat wijs zijn is?
Vlak bij de hand zit hier een hagedis
Kan ik hem pakken, of grijp ik weer mis?
Grijpgrage mensen vermijdt hij heel wijs
Toch woont hij zelfs in een koningspaleis
Wijsheid daar hoef je niet groot voor te zijn
Want deze dieren zijn alle vier klein!
De woorden van God
Refrein
Je vindt ze als bakens langs de weg, de woorden van God(2x)
Ze zijn vol van geloof in een betere tijd;
Dat zijn kostbare woorden dus raak ze niet kwijt
Refrein
Het zijn woorden van hoop want ze geven je moed
En daarom zet je door, je vertrouwt: het komt goed
Refrein
Het zijn woorden van liefde, ja dat bovenal
Ze zijn licht in het donker, altijd, overal
Refrein
Iedereen gaat zijn weg, maar je gaat niet alleen
Overal zijn de woorden van God om je heen
Refrein
De zon is al op
De zon is al op de aarde trekt
Haar mooiste kleuren aan
De bomen hebben zich uitgerekt
De nacht is afgedaan
Een merel oefent zijn groet
Een vrolijk liedje:”het is goed”
Wij zijn door licht van licht gewekt
De dag is opgestaan
De mensen doorkruisen stad en land
Op zoek naar nat en droog
Ze zijn in het daglicht aangeland
Met dromen in hun hoofd
Hoor hen, ze zingen een lied
Van brood en rozen, wat al niet
Ze lopen naar de overkant
Goed land is hen beloofd
Ontwaakt in het licht, op weg gegaan
Zijn wij van groot en klein
Wij reiken elkaar verhalen aan
En delen brood en wijn
Een nieuw lied klinkt overal,
Weet jij waarvan het zingen zal?
Wij zullen leven, opgestaan,
En vrede, vrede zijn
De zon op mijn gezicht
God, soms is het donker
We voelen ons alleen
Het water van de zee
Spoelt angstig om ons heen
God, U ziet ons zitten
U haalt ons uit de nacht
We voelen vaste bodem
Het licht straalt onverwacht
Zitten of opstaan?
Donker of licht?
Vluchten of op weg gaan?
Ik? ik wil de zon op mijn gezicht
Dood is dood
Refrein
Het was een mooie droom
Maar alles stortte in
Want eenmaal dood is dood
En niks heeft nu meer zin
Hij is dood en begraven
Al drie nachten lang in het graf
Hij die de mensen liet leven
Die licht aan de duisternis gaf
Het is voorbij. Waarom? Waarom?
Waarom juist hij?
Refrein
Hij gaf hoop op iets beters
Hij zette het land op zijn kop
Hij die Jeruzalem introk:
Hosanna, een koning ten top
Het is voorbij. Waarom? Waarom?
Waarom juist hij?
Refrein
Maar we kunnen nu verder
We durven Jeruzalem in
Daar waar ’t hosanna nog naklinkt
’t liep dood, maar het is het begin
de dood voorbij. Daarom? Daarom?
Daarom juist hij!
De droom komt toch nog uit
Het is een nieuw begin
Mijn ogen zien nu meer
En alles krijgt weer zin (2x)
Duizend mensen en meer
Duizend mensen en meer
Kwamen vragen:
Geef ons heden brood!
Volgden Jezus hun Heer
Al drie dagen
En de Heer gebood:
Refrein
Breek je brood,
Deel de nood
Tot de hele wereld wijd
Nooit meer honger lijdt (2x)
Duizend mensen en meer
Blijven vragen:
Heeft God ons gehoord?
Brood genoeg, zegt de Heer,
Alle dagen
Klinkt zijn levend woord;
Refrein
Duizend mensen en meer
Op de wegen
Trekken voort als wij,
Hand in hand, en de Heer,
Kom je tegen,
Vraagt voor jou aan mij:
Refrein
Een lamp voor je voeten
Refrein
Tien woorden, tien woorden
Die kun je zo weten
Tel maar op je vingers na,
Je zal ze niet vergeten
Tien woorden, tien woorden
Ze zijn je gegeven
Om vrij te zijn,
Om blij te zijn,
Want anders heb je geen leven
De woorden zeggen niet:
Dit zul je en dat moet
De woorden zeggen niet:
Da’s fout en dat is goed
Ze wijzen jou de weg
Ze geven richting aan
Een lampje voor je voeten
Voor de weg die je kunt gaan
Refrein
De wereld staat in brand
En komt er vrede ooit?
Een kind eet van de straat
Wat ik heb weggegooid
Wat helpen woorden dan?
Die lossen toch niks op?
Met mooie woorden trek je
Toch geen mensen uit het slop?
Refrein
De woorden zeggen ons:
Zo is de aarde fijn
De chaos overboord
Er kan weer orde zijn
De woorden laten zien
Wat jij misschien niet zag:
Een paadje door het donker
Naar een vrije nieuwe dag.
Refrein
Een liedje bij psalm 32
Zeg heb jij dat ook ooit gehad dat het je niets kon schelen
Je wilde niets, niet dit, niet dat, niet spelen en niet delen
Je wilde niets, niet dit, niet dat, niet lui zijn en niet leren
Totdat je dacht; ik ben het zat, ik ga iets nieuws proberen
Wat goed dat jij opnieuw begon: de bloemen gingen open
En buiten scheen de lieve zon, het kwaad was afgelopen 2x
Zeg heb jij dat ook ooit gehad, dat je niet kon geloven:
In Linda niet, die kon je wat, en niet in God daarboven
In Linda niet, die kon je wat, die kon je niet vertrouwen
Totdat je dacht; wat naar is dat, als je van niets kunt houwen
Wat goed dat jij opnieuw begon: de hemel ging weer open;
En buiten in de lieve zon kwam Linda aangelopen 2x
Een menselijk gezicht
Refrein
God gaf zijn woord aan mensen
En zei maak geen beeld van mij
Dat hoeft ook niet
Want het beeld van God
Dat ben jij!
God heeft twee sterke handen
Ze zijn van jou
Daarmee bouwt hij aan de aarde
Jouw twee handen hebben waarden
God in jou
Refrein
God heeft twee snelle voeten
Ze zijn van jou
Daarmee overbrugt hij kloven
Trekt hij sporen naar geloven
God in jou
Refrein
God heeft twee scherpe ogen
Ze zijn van jou
Daarmee ziet hij meer in mensen
Kleine noden, grote wensen
God in jou
Refrein
God zegt je; jij hebt aanleg
Die is van mij!
Zo kun jij ook in jou leven
Iets van mij aan mensen geven
Beeld naar mij
Refrein
Een mens is zonder handen
Een mens is zonder handen een kaalgeplukte boom
Die staat en staat en niets verstaat die staat en niets verstaat
God hoe kunnen mensen zonder handen voortbestaan,
zonder handen bestaan
God geef de mensen handen om te bestaan
Een mens is zonder vrienden een kromgebogen boom
Die staat en staat en niets verstaat die staat en niets verstaat
God hoe kunnen mensen zonder vrienden voortbestaan,
zonder vrienden bestaan
God geef de mensen vrienden om te bestaan
Een mens is zonder liefde een lamgeslagen boom
Die staat en staat en niets verstaat die staat en niets verstaat
God hoe kunnen mensen zonder liefde voortbestaan
zonder liefde bestaan
God geef de mensen liefde om te bestaan
Een mens is zonder leven een stil geworden boom
Die staat en staat en niets verstaat die staat en niets verstaat
God hoe kunnen mensen zonder leven voort bestaan
zonder leven bestaan
God geef de mensen leven om te bestaan
Een Paasliedje
Er was eens een man, heer Jezus van naam
Die liep door de velden en ieder bleef staan
Ieder bleef staan en ieder zei: kijk
Al is ie geen koning de koning te rijk
En toen zei die man ik ben levend brood
Je mag me geloven dan ga je niet dood
Ieder bleef staan en ieder dacht blij
Da’s nieuws uit de hemel of veel dichterbij
En toen stierf die man zegt ’n heel oud verhaal
Om leven te worden voor ons allemaal
Wees maar niet bang geen dood is er meer
Want Hij is verrezen en Hij is de Heer
Een parel in Gods hand
Weet je dat de Vader je kent
Weet je dat je van waarde bent
Weet je dat je een parel bent
Een parel in Gods hand(2x)
Ze zeggen allemaal je kan niets doen, je bent een oen
Ze trekken altijd aan mijn paardenstaart, ik ben niks waard
Nou heb ik weer de ranja omgegooid, ik leer het nooit
Mijn moeder luistert nooit als ik wat zeg, ‘k heb altijd pech
Ik ga maar weg
Ik weet dat de Vader mij kent
Ik weet dat ik van waarde ben
Ik weet dat ik een parel ben
Een parel in Gods hand(2x)
Ik snap alweer niks van die rare som, ik ben zo dom
Mijn blouse zit onder de spaghetti-mix, ik kan ook niks
Al noemt de hele klas mij chagerijn, ik mag er zijn
Al zegt mijn broertje steeds wat stout ben jij, God houdt van mij
God houdt van mij
Ik weet dat de vader mij kent
Ik weet dat ik van waarde ben
Ik weet dat ik een parel ben
Een parel in Gods hand(2x)
Faya lobi
Faya lobi, faya lobi, foe wi tata swit so té
Mek, al leti ala hati. Mek a gioen libi troe
(Onze Vader, onze vader, ging uw naam maar in het rond
als een lopend vuur van liefde, morgenlicht en warmtebron)
Werd uw rijk van recht en vrede door de mensen maar aanvaard
Dan werd zelfs de wreedste natie tot een hemel hier op aard
Laat niet af van deze wereld; geef het brood van alledag
Dat wij delen met elkander zonder baat of winstbejag
Wees genadig en vergevend zoals wij dat willen zijn
Maar vernietig al wat kwaad is. onze Vader maak ons vrij
Faya lobi, faya lobi, foe wi tata swit so té
Mek, al leti ala hati. Mek a gioen libi troe
Ga je mee?
Refrein
Ga je mee? Zeg niet ‘nee’
Maar sta op en doe mee
Zet je voetstappen in die van mij
Volg het spoor en ga door
Of ga jij liever voor
Hup, kom op, sluit je aan in de rij
Welke weg wil je gaan?
En waar wil je naar toe?
Blijf niet zitten waar je zit
Ook al voel je je moe
Refrein
Is de weg soms te lang?
Zak je weg in het zand?
Er zijn hobbels op het pad
Maar ik geef je een hand
Refrein
Loopt de weg bijna dood?
Zie je nergens een spoor?
In de verte wordt het licht
Gaat de weg daar soms door?
Refrein
Ga mee de wijde wereld in
Ga mee de wijde wereld in, kom kijken kom kijken
Hoe alles was in het begin, kom kijken kom kijken
De bloemen en de bomen, wij komen wij komen
En vijf konijntjes dromen, wij komen wij komen
De aarde is ons paradijs, kom spelen kom spelen
Voor dieren en voor mensen wijs, kom spelen kom spelen
De zon, de sneeuw, de regen, kom tegen kom tegen
De vogels hoog gestegen, kom tegen kom tegen
Wij danken God die alles schiep, wij danken wij danken
Ons allemaal in ’t leven riep, wij danken wij danken
Met alle mensen samen, wij samen wij samen
Zo lang wij leven amen, ja amen ja amen
Geef mij kracht
Geef mij kracht, heel mijn leven Heer(3x)
O, geef mij kracht
Ik ben mens onder velen Heer
Ik ben mens zoals velen Heer
Ik ben mens, ‘k wil geloven Heer
O geef mij kracht
Refrein
Steeds op zoek naar de waarheid Heer
Steeds op zoek naar de liefde Heer
Steeds op zoek naar de eenheid Heer
O geef mij kracht
Refrein
Voor de mens wil ik leven Heer
Voor de mens wil ik geven Heer
Voor de mens wil ik werken Heer
O geef mij kracht
Refrein
Als een vriend wil ik leven Heer
Voor een vriend wil ik streven Heer
Want als vriend moet je geven Heer
O geef mij kracht
Refrein
God kan het niet alleen
Schreeuwen…Slaan…
Dreigen…Ruzie…
Angst…Tranen…Pijn…
Woorden…Haat…
Wapens…Oorlog…
Groot verplettert klein
God bedacht het goede leven:
“Mens, de aarde is voor jou
zorg voor wat ik heb gegeven,
leef in vrede en blijf trouw”
Schreeuwen…Slaan…
Dreigen…Ruzie…
Angst…Tranen…Pijn…
Woorden…Haat…
Wapens…Oorlog…
Groot verplettert klein
God kreeg spijt van wat hij maakte
En Hij huilde van verdriet
‘Mens, ik heb jou heel hard nodig
want alleen kan ik het niet
Ik heb je handen nodig om te bouwen
Jouw ogen om te zien wat anders kan
Je benen om te gaan,
Om op te kunnen staan,
Jouw mond die blijf vertellen van mijn plan’
God heeft zorg om alle mensen:
Groot en klein, ons allemaal
Hij neemt, wat er ook gebeurd is,
Jou mee in zijn verhaal.
God heeft nieuws, niet te geloven:
‘Klein wordt groot, een nieuw begin
Eng’len ga dat nu vertellen
Handen heb je om te geven
Handen heb je om te geven
Van je eigen overvloed
En een hart om te vergeven
Wat een ander jou misdoet
Refrein
Open je oren om te horen
Open je hart voor alleman
Ogen heb je om te zoeken
Naar wat mensen nog ontbreekt
En een hart om uit te zeggen
Wat een ander moed inspreekt
Refrein
Schouders heb je om te dragen
Zorg en pijn van alleman
En een hart om te aanvaarden
Wat een ander beter kan
Refrein
Voeten heb je om te lopen
Naar de mens die eenzaam is
En een hart om waar te maken
Dat geen mens een eiland is
Refrein
Oren heb je om te horen
Naar de mens die eenzaam is
En een hart om te geloven
In zijn God die liefde is
Refrein
Handen uit je mouwen
Refrein
Steek je handen uit de mouwen
Zet je beste beentje voor,
Gaan we samen vol vertrouwen
Heel de wijde wereld door!
Mensen zet je ogen open,
Mensen steek je handen uit!
Samen werken aan de vrede:
Hoofd omhoog en borst vooruit!
Refrein
Jezus heeft de weg gewezen
Mensen lief zijn voor elkaar
Maak een ander mens gelukkig,
Dan worden jouw dromen waar!
Refrein
Wees een lichtpunt voor de ander,
Plak een pleister op zijn wond!
Met jouw glimlach en jouw liefde
Wordt de wereld weer gezond!
Refrein
Laat ze zien wat het betekent:
Kinderen van God te zijn!
Liefde geven aan de ander:
Vrede, vriendschap, brood en wijn!
Refrein
Hartje zomer
Hartje zomer, lekker licht
Lekker lang genieten
Lekker lui en zonder jas
Liggen in het zomergras
Met z’n groene sprieten
Refrein
Licht! Licht!
Zee van licht
Warme gouden gloed
Golft naar binnen door je huid
En dat licht dat straal je uit
Ook al wordt het straks weer donker
Diep van binnen zit de zon
Een sprankje licht, een warmte bron
Licht door God aan ons gegeven
Doet ons groeien
Doet ons leven
Maakt het leven goed
Hartje zomer
Voel de zon
Voel je wangen gloeien
Met de zon op je gezicht
Wordt het leven even licht
Alles lijkt te bloeien
Refrein
Heb je wel gehoord van die visjes
Heb je wel gehoord van die visjes, die visjes
Heb je wel gehoord van die visjes in de zee?
Ja, wie zouden dat wel zijn
Zoveel visjes, jong en nog zo klein
Dat zijn wij (2x)
Heb je wel gehoord van die visjes, die visjes
Heb je wel gehoord van die visjes in de zee?
Al die visjes, bang en klein,
Zijn de mensen, kinderen groot en klein
Dat zijn wij (2x)
Heb je wel gehoord van die visjes, die visjes
Heb je wel gehoord van die visjes in de zee?
Al die visjes bang en klein,
Zijn in staat een grote vis te zijn
Dat zijn wij (2x)
Hé (de wereld is een toverbal)
De wereld is een toverbal
Geen mens weet hoe hij worden zal
Maar één ding dat weet iedereen
Je kunt het niet alleen
Refrein
Dus: zullen we er samen iets van moeten maken
De wereld is een mooi maar bewerk’lijk ding
Dus zullen we er samen iets van moeten maken
Hé, hé, hé, hé, kom maar in de kring
Bekijk een keer de wereldkaart
Een mens is toch iets beters waard
Je ziet dat het een puinhoop is
Zo gaat het zeker mis
Refrein
We praten zus we praten zo
We roepen ach en wee en oh
Maar wil je elkaar echt goed verstaan
Dan doe je er iets aan
Refrein
Hé kom mee…
Op een ezel komt hij aan.
Als de mensen hem zien gaan,
zijn ze opgetogen.
Hoor, ze juichen en zijn blij.
‘dat is Jezus!` roepen zij
en ze komen dichterbij
om hem toe te zingen.
Refrein
Hé, kom mee!
Sluit je aan!
Waar hij gaat
zullen zij gaan.
Hosanna, hosanna,
hosanna, hosanna,
hosanna voor onze koning!
Kijk er komen er steeds meer
en ze leggen jassen neer
als een rode loper.
Al die mensen gaan op pad,
volgen Jezus naar de stad.
Want die Jezus doet ze wat,
daarom gaan ze zingen.
Refrein
Het grote geheim
Soms kijk je naar de sterren
Soms kijk je naar de maan
Dan denk je: is God ook zo ver?
Is hij nog verder dan die ster
Die jij daar hoog ziet staan?
Je weet het niet, je weet het niet
Waar is God toch? Je ziet hem niet
God is een groot geheim
God is een groot geheim
Soms zeg je voor het slapen:
‘Bedankt God het was fijn’
En dan opeens lijkt God vlakbij
Je voelt je licht. Je voelt je blij
Zou God dat kunnen zijn?
Je wet het niet. Je weet het niet
Soms zie je iets en dan weer niet
God is een groot geheim
God is een groot geheim
Het koninkrijk lijkt op …..
Wie weet iets van het koninkrijk
Het koninkrijk van God
Wie het weet mag het zeggen
Moet het zeggen, duid’lijk zeggen!
Kijk: het koninkrijk lijkt op een schat in de grond
Op een parel in het water; niemand weet hoe vroeg of later
Vrouw of man of spelend kind plotseling die rijkdom vindt
Maar hij die de vondst, die de vondst heeft gedaan
Laat er alles voor staan
Refrein
Kijk het koninkrijk lijkt op wat gist in het deeg
Dat verdwijnt tijdens het kneden, tot het plotseling,
Ach heden, rijzen, rijzen, rijzen gaat niemand die zijn kracht weerstaat:
Het zit overal; overal ongemerkt
Heeft het gist doorgewerkt
Refrein
Kijk: het koninkrijk lijkt op het kleine mosterdzaad
Dat als stof valt in de aarde; bijna niemand ziet de waarde
Niemand die erover praat tot het plots’ling groeien gaat
En kijk: hoe het groeit als een boom, uitgebreid
Als een wonder zo wijd
Refrein
Het lied van het nieuwe begin
Het is donker, het is koud
Ik kan zo niet leven
Kijk maar eens. Het wordt weer licht
Voel de zon op je gezicht
Die gaat warmte geven
Refrein
Soms lijkt het dood, maar let maar op
Je ziet het nog niet goed
Het leeft en heeft een nieuw begin
En dat geeft nieuwe moed
Kijk, de tuin is dood en kaal
Ik zie niets meer groeien
Zie je dan die sprieten niet?
Want die sprieten die je ziet
Zullen strakjes bloeien
Refrein
Zie je daar die dode boom?
Daar is toch geen leven?
Kijk, een tak! En aan de top
Zie ik al een kleine knop
Die gaat bloesem geven
Refrein
Kijk, die rups! Die is toch dood?
Ik zie nergens leven
Dat is mis. In die cocon
Wacht een vlinder op de zon
Maar dat duurt nog even
Refrein
Maar de mensen gaan toch dood?
En dan stopt het leven
’t Paasverhaal zegt jou en mij
Jezus leeft. ’t Is niet voorbij
God zal leven geven
Refrein
Het lied van het mosterdzaadje
Er was eens een mosterdzaadje door een zorgzame boerenhand
Tussen vele andere zaadjes in het akkerland geplant
Het is wel het kleinste zaadje van alle die er zijn
Maar diep in zijn kleine hartje kiemt een levensgroot geheim
De andere zaadjes groeien en worden bloem of plant
Maar kleine mosterdzaadjes daar komen bomen van
In zijn stevige dikke takken bouwen vogels een veilig nest
Het kleinste van alle zaadjes wordt groter dan de rest
En zo is het rijk der heem’len als het mosterdzaadje klein:
Heel stilletjes groeit het verder om eens een boom te zijn